Over het algemeen zijn huizen gebouwd tussen de 1e en 2e wereldoorlog bijzonder degelijk gebouwd. Na 1945 tot ongeveer 1970 was er een grote woningnood waardoor de grootschalige productie heeft geleid tot een bouwtechnische mindere kwaliteit en daardoor bijvoorbeeld gevoeliger voor vochtproblemen en betonrot. Ook is er tijdens deze bouw weinig aandacht geschonken aan isolatie.
Huizen uit de 2e helft van de jaren ’70 zijn doorgaans wel weer van goede kwaliteit en hebben lage onderhoudskosten. Bij de premiewoningen uit de jaren ’80 werd erg gelet op het omlaag brengen van de bouwkosten en woonlasten. Er werd vrijwel overal op bespaard, behalve op de isolatie. Wel weer zijn hier veel onderhoudsarme materialen gebruikt, zoals veel toegepast kunststof.
Om daar achter te komen kan je het best een bouwkundige keuring laten uitvoeren. Deze deskundige kan zien of er verdachte materialen in het huis zijn verwerkt. Veel voorkomende plekken waar asbest wordt gevonden zijn; rookkanalen- en afvoeren, rioolbuizen, golfplaten, dakleien, isolatiematerialen en vloerbedekkingen tot ca.1985. Door testen in een laboratorium kan je (pas) met zekerheid zeggen of er asbest in het materiaal is verwerkt.
Platte daken met bitumen vergen meer onderhoud dan pannendaken. Platte daken met die onvoldoende aflopen en waar het water blijft staan veroorzaken al snel problemen. Let vooral op aansluitingen bij randen, de doorvoeren en de naden.
Aangroei van mos of planten betekend dat er moet worden ingegrepen. Uiteraard ook bij beschadigingen, blazen en/of gaten. Pannen gaan over het algemeen erg lang mee (80 jaar is heel normaal) en het vervangen van pannen hoeft niet een vermogen te kosten.
Let wel op bij pannen die scheef liggen, niet meer in goede staat zijn, en/of begroeid zijn met mos. Dit kan er op duiden dat het onderliggende hout (dakbeschot) is aangetast door vocht.
Massieve muren (ca 22cm dik) zijn gevoeliger voor vochtdoorslag, welke te herkennen zijn aan donkere plekken, kristalvorming (witgrijze uitslag) schimmel, algen of mosaangroei op de gevel en afschilfering van het metselwerk.
Spouwmuren (27 a 30cm dik) zijn daarna rond 1920 ingevoerd en ook hier kan in mindere mate sprake zijn van vochtschade of vorstschade. Het is belangrijk als je hieraan twijfelt een deskundige te raadplegen.
*Vorstschade ontstaat doordat een teveel aan vocht bevriest, uitzet en het metselwerk beschadigd. Metselwerk schilfert af, de voegen gaan stuk etc.
Nee niet allemaal, je hebt krimp scheuren en temperatuurscheuren die veelal esthetisch lelijk zijn. Scheuren in constructieve delen veroorzaakt door verzakking of overbelasting kunnen echter de constructie aantasten waardoor zeer kostbare reparaties noodzakelijk zijn. Vooral scheuren die schuin dwars door stenen weglopen en niet de voeg volgen zijn zorgwekkend.
Ook bij scheuren in betonnen gevelelementen moet je een vakman raadplegen. (lateien boven gevelopeningen en balkon bijvoorbeeld). Ook roest op het beton wellicht is samenhang met afbrokkeling wijst op betonrot. Hierbij roest de wapening en druk door uitzetting het beton kapot. Ook een dure aangelegenheid en geen doe het zelfklus.
Krimpscheuren binnenshuis in uitwendige hoeken waar nog geen euro tussenpast kunnen in de regel geen kwaad. Scheuren die schuin over de muur lopen zijn meestal het gevolg van het ‘werken’ van het huis. Een vrijwel verticale scheur door de wand is bijna zeker een gevolg van ongelijkmatige verzakking of zetting.
Alhoewel het leidingwerk en de radiatoren vaak langer meegaan is de Cv ketel na 15 jaar wel afgeschreven. Een geiser gaat ook 15 jaar mee, maar indien deze dagelijks gebruikt wordt om te douchen, en 2 jaarlijks schoongemaakt wordt dan kan deze makkelijk 10 jaar langer meegaan.
Lekkages in de ketel zelf zorgen er vaak voor dat deze stuk gaat, voor te dure reparatiekosten zorgt en zodoende vervangen zal worden. Let erop dat de meterkast voldoende en goed beveiligde groepen heeft.
De wasmachine bij voorkeur op een aparte groep is aangesloten en dat de natte ruimtes via een aardlekschakelaar zijn aangesloten. Hierdoor moet de bedrading zijn aangepast daar er ook een aardedraad doorheen moet lopen. Oude bedrading met een stoffen mantel is altijd uit den boze!
De staat waarin het hout verkeerd buitenshuis kan je controleren door er met een scherp voorwerp in te drukken. Is het zacht dan is er wellicht sprake van houtrot. Vooral de liggende delen en de onderzijde van staande delen en houtverbindingen zijn veelal als eerste aangetast.
Binnenshuis kan je de staat van het hout onderzoeken door er met een hard voorwerp op te kloppen. Gezond hout geeft een heldere klank, aangetast hout een doffe klank. Wees verder bedacht op verkleuringen, vervormingen en een muffe lucht.
Vurenhout is eerder aangetast dan hardhout door houtworm. Dit herken je aan gaatjes in het hout en uitgevallen boormeel. De gevolgen van deze onschuldige gaatjes mag je noot onderschatten, raadpleeg dan ook een deskundige!